Wanneer ik zalm maak, doe ik het meestal op dezelfde manier: in de grillpan. Niet teveel heisa, gewoon even grillen in de pan en dan op smaak brengen met wat zout, peper en een paar druppels citroensap.
Deze keer besloot ik mijn voorraadkast te raadplegen voor een heldere ingeving. Ik kwam sesamzaadjes tegen in twee kleuren. Et voilá, onderstaand recept werd geboren. Om de zalm extra op smaak te brengen, marineerde ik de filets voordat ik ze ‘paneerde’.
Dit heb je nodig
(voor 4 personen)
Voor de zalm
4 zalmfilets van ca. 150 gram, zonder huid
sesamzaad, wit en zwart
2 eetlepels plantaardige olie
Voor de marinade
sap van een halve citroen
2 eetlepels gembersiroop
¼ eetlepel knoflookpoeder
3 eetlepels lichte sojasaus
Zo maak je het
Meng voor de marinade het citroensap, de gembersiroop, het knoflookpoeder en de sojasaus goed door elkaar heen. Leg de zalmfilets in een diepe (oven)schaal en schenk er de marinade overheen. Dek de zalm af met huishoudfolie en zet dit een uur in de koelkast. Keer na een half uur de zalmfilets om zodat beide zijden goed gemarineerd worden.
Neem een diep bord en meng beide soorten sesamzaad hierin. Je hebt een flinke bodem nodig.
Haal de zalmfilet uit de marinade en wentel ze één voor één goed door de sesamzaadjes heen. Zorg dat alle zijden bedekt zijn met een laagje.
Verwarm de olie in een koekenpan en bak hierin de zalmfilets op middelhoog vuur in ongeveer 8 minuten bruin. Keer de filets halverwege.
Serveer de zalm met rijst en een knapperige salade van sugar snaps en paprika.
Eet smakelijk!
Geef een reactie